Cultuurverschilletje

DĂ©jĂ  vu. Bijna 4 jaar geleden. Singapore. Voor een nieuwe bank gingen we op zoek naar een furniture mall. Geen idee hebbendwaar we moesten zijn, kwamen we aan in een lokale shopping mall, vol met meubels. Monsterlijke meubels. Maar meubels. Groot, zwart en liefst met hoogglanslak die nagenoeg spiegelt. Het is duidelijk dat we qua smaak nogal verschillen, die chinezen en ik.

Amerikanen en ik gaan al net zo min samen, zo bleek. Zoals vriendin M (overigens dol op Amerika) het toelichtte: allemaal kitsch, daar hebben ze patent op, die Amerikanen. Bij het onderhandelen over ons huis vroegen we of we de megagrote gouden ventilator met kelkjes die fungeert als eyecatcher in woonkamer mochten vervangen door iets anders was de reactie een geschokt “why, what’s wrong with the fan?”. En eerlijk is eerlijk, hij past uitstekend bij de gouden omlijsting van de nep open haard. Zonde.

Ook bij de zoektocht naar tuinmeubilair zagen we dat over smaak echt niet te twisten valt. Niet onoverkomelijk, alternatieven genoeg, maar toch handig om ons eens te verdiepen in die cultuurverschillen.
Dat heeft Shell mooi opgelost. Vorige week kreeg Wouter onderricht in de Amerikaanse Cultuur. Zo werd hem geleerd dat ze heel vrolijk en vriendelijk zijn, maar, zoals we al hadden meegemaakt in Singapore, de agenda niet a la minute getrokken wordt zodra iemand zegt :”so nice meeting you, let’s do that again”.

Toen ik in de speeltuin aangesproken werd door een Amerikaanse dame met dochter in Lara’s leeftijd, kletste ik daarom vrolijk terug, maar verwachtte er verder niet veel van. Ook niet toen ze aangaf dat de kids zo leuk samen speelden en we dat misschien eens vaker moesten doen. Beleefd knikken en ja zeggen, dat hadden we geleerd. Ook bij de tweede keer dat ze het zei lachte ik vriendelijk en gaf toe dat ze heel leuk waren samen. Maar toen mijn telefoonnummer werd gevraagd sloeg de twijfel toe. Wat maken we nou mee? En toen na een paar dagen de uitnodiging volgde om deel te nemen aan een muziekklasje met beide peuters, brak mijn (oerhollandse) klomp.

Een week later zaten we in de kerk – daar was het klasje namelijk. Aha, dacht ik achterdochtig. Ziehier de catch. Ik word vast geronseld en bekeerd, en dat alles nog voor 10 uur ’s ochtends. Maar niets van zulks. Ook dat blijkt heel Amerikaans: alles is in de kerk. Zelfs voor de workout kun je er terecht. Zonder enige bijbedoeling. Dus, hele leuke ochtend gehad. Kindjes speelden op muziek. Daarna nog eens in de speeltuin. Klasje was leuk. Moeder was leuk. Maandag komen ze zwemmen. Nu maar hopen dat ze straks onze nieuwe tuinset mooi vinden ;-)!

Reis om de wereld in 40 dagen

Ok, we deden het dan wel twee keer zo snel als die ouwe Phileas Fogg, maar ik durf te wedden dat hij vet veel minder papierwerk hoefde in te vullen. Na het debakel van het paspoort (zie vorige blog) volgde de visumaanvraag waarvoor we naar Belgie moesten uitwijken en sneuvelde menig boom in het regenwoud ten behoeve van de inschrijving van onze kids op de British International School of Houston. Dan heb ik het nog niet eens over de formulieren voor de aanvraag van het social security number, of, nog mooier, het contract van ons huurhuis inclusief al haar ge- en verboden.

Die laatste leverde trouwens uberhaupt een mooie zoektocht. Ik denk dat we wel 20 huizen van binnen gezien hebben. Allemaal megagroot, maar de ruimte gaat dan voornamelijk zitten in de verschillende ruimtes, die wij allemaal samenvoegen in Ă©Ă©n: de woonkamer, waarin wij doorgaans ook vaak de eettafel planten. Maar niks van zulks hier in Houston: de woonruimte bestaat doorsnee uit: een den (woonkamer), een formal living (woonkamer), een formal dining (eetkamer), een breakfast room (eetkamer) en dan zit er ook nog vaak een study (studeerkamer) op de begane grond en als dat nog niet genoeg was, is er voor de liefhebber ook nog een game room (speelkamer/vide) op de eerste etage.

Houston zelf is al net zo groot als de huizen die erin staan, dus als we geen hele dagen onderweg wilden zijn naar werk en school waren we ietwat beperkt in de keuze van de ligging van onze nieuwe casa en al snel werd duidelijk dat de place to be, voor in elk geval (gezinnen met) kinderen, Lakes on Eldridge was. Het betreden van deze wijk is een heel speciale ervaring. Bij het passeren van de guard rij je de oprijlaan van dit expatreservaat binnen met zicht op het meer waar een serene rust lijkt te heersen. Je komt langs het clubhuis waarnaast het zwembad en sportfaciliteiten zich concentreren en rijdt vervolgens door de keurige lanen, die geflankeerd worden door keurige gazonnetjes. Echt keurig. Helemaal af.

Even later werd ons duidelijk waarom. Dit is contractueel vastgelegd. Sommigen hebben een clausule waarin de hoogte der grassprieten is vastgelegd (3 cm, I kid you not), ons contract beperkt zich tot het benoemen van de frequentie waarin ondergetekenden het gras dienen te bevloeien. Voor het overige hebben ze de tuinman maar alvast in de huur opgenomen. Mogelijk waren ze op de hoogte van mijn kwaliteiten alles dat groen is een stille dood te laten sterven. Ik hoop dat de bewateringsstrategie nauwkeurig is vastgelegd anders is dat gazonnetje gedoemd te verkleuren en dat moeten we natuurlijk niet hebben.

We werden niet direct warm van deze ietwat artificiele omgeving, maar voor de kids is het fantastisch en vermoedelijk wonen er veel gelijkgestemden, dus dat is voor ons dan ook wel weer fijn. Tel daarbij op dat je - zelfs al woon je wel in de “bewoonde wereld” - alsnog de auto in moet voor nagenoeg elke afspraak, dachten we toch dat dit de beste keuze was.

In principe krijgen we 1 oktober de sleutel, mits we het eens worden over de voorwaarden van het groen houden van het gazon (geen geintje, het contract is herroepen omwille van enige addenda daaromtrent, heus). Maar als we die hobbel genomen hebben is ons zwerversbestaan dan ook eindelijk ten einde, en zijn we, na iets meer dan 80 dagen helemaal rond!

even geduld aub

“Mama, wanneer gaan we taartjes bakken?” Klinkt het vrolijk nadat Nomi van haar peettante een kluspakket voor cupcakes heeft gekregen. Maar ze moet even geduld hebben. Ik probeer de oven aan te krijgen, maar kan de handleiding niet vinden en de letters op het apparaat in onze tijdelijke woning zijn vervaagd. Dus probeer ik manlief te bellen, maar mijn beltegoed blijkt in rook opgegaan. Dat probeer ik nu online op te waarderen, maar mijn TAN-code wordt nog naar mijn singaporese nummer gestuurd. Dat is inmiddels afgesloten. Om het nummer te veranderen in mijn huidige Nederlandse nummer, moet ik in person naar de ING-bank. Nog afgezien van dat het stormt buiten met windstoten van 100 km/uur, ligt onze mini in bed, dus kan ik niet weg. Dat kan dus nog even duren.

Een goede vriendin vertelde mij ooit de tegeltjeswijsheid van haar grootmoeder: “erger je niet, verwonder je slechts”. Wij grapten regelmatig dat we ons weer eens flink hadden zitten verwonderen na een mislukte regelpoging met Singaporezen, die erg goed zijn in het hanteren van procedures, maar daar dan ook geen centimeter vanaf willen wijken.

Maar ook in Nederland is creativiteit niet voor iedereen weggelegd, zo bleek deze week. De uitdaging: 5 visa voor Houston m.i.v. de eerste schooldag ter plaatse. Voor deze visumaanvraag heb je een paspoort nodig. Daar moesten we een paar nieuwe van. Dat lijkt dan handig om aan te vragen in het land van herkomst, maar daar ga je dan dus al nat. Als je namelijk niet in Nederland woont, kun je niet zomaar overal een paspoort aanvragen. Dat kan alleen op afspraak op een select aantal plaatsen. Dus. Wij naar Schiphol. Met een afspraak. Eentje. De eerst volgende mogelijkheid met 3 aaneengesloten tijdslots was namelijk pas met Sint Juttemis, dus we waagden het erop. De dame achter de balie was op zijn zachtst gezegd not amused. Bij gratie gods ging ze toch aan de slag. Tot zich het volgende obstakel aandiende. Geboren in Singapore zegt u? Tsja. Geboortecertificaat? Eeh, nou dat ligt as we speak in Den Haag gelegaliseerd te worden. We hebben wel een kopie? En haar huidige paspoort (nog bijna 3 jaar geldig)? Het kind zelf? Beide ouders? De dame was echter onvermurwbaar. We konden weer gaan. Wachten op gemeente Den Haag. Die moest het scannen en mailen naar de beambte op Schiphol. Maar helaas, bij navraag bleek het – een week na verzending - nog niet uit de krochten van de interne post opgedoken en het leek erop dat het geboortecertificaat nog wel even in gijzeling zou blijven. Inmiddels was de wachttijd voor visumaanvraag bij het Amerikaanse consulaat opgelopen tot 4 weken. Na inzending van het aanvraagformulier. Waarvoor je het paspoortnummer nodig hebt. Dat je echt niet later kunt aanleveren of wijzigen. Nee, wij verwonderen ons rot hier.

Godzijdank, daags voor de tweede afspraak op Schiphol kwam dan toch de fel begeerde mail. Maar... Helaas had de dame niet goed geluisterd en het document naar ons, in plaats van naar Schiphol gestuurd. Foutfoutfout! Een simpele forward mocht niet baten, want, u staat hier nu wel met die mail met als afzender gemeente, uw huidige paspoort, het kind zelf en een kopie, maar dit zou dus echt wel zomaar een vervalsing kunnen zijn. Dus... De verwondering sloeg weer toe en bijna stonden we weer onverrichterzake op straat. Maar gelukkig bleek deze dame iets vindingrijker, belde de gemeente Den Haag zelf even en loste e.e.a. ter plaatse op. Met spoed is nu ook het paspoort van de laatste Scholtens aangevraagd, dus dat hopen we dinsdag in ontvangst te mogen nemen, waarna de volgende procedure gestart kan worden. Ik verheug me er nu al op!

En ook de taartjes zijn inmiddels gebakken. Nomi is namelijk gelukkig wel creatief en zei: “maar dan skype je papa toch gewoon?” En inderdaad, soms is de oplossing best eenvoudig. En de ovenknop, die moest je gewoon wat harder doordrukken. Tsja, soms helpt ookdat. De wonderen zijn de wereld nog niet uit!

3 weeks and counting

“How lucky I am to have something that makes saying goodbye so hard”

- Winnie the Pooh -

Had ik dus nooit bij stilgestaan toen we vertrokken. Je gaat ook een keer terug. Beetje naief misschien, maar risicoavers als ik ben klonk dat als muziek in mijn oren destijds. Terug.

Ik zie ons nog zitten in de lobby van het Hampshire hotel in Delft. Nomi was net 1 geworden en vierde haar verjaardag temidden van een grote groep afscheid nemende vrienden. Nog nooit zijn er zoveel tranen gevloeid op Ă©Ă©n verjaardagsfeestje. Maar wel wisten we zeker: dit zijn onze beste vrienden en familie. Als we terug komen, zien we ze weer. Hoe lang daar ook tussen zit.

Over twee weken zitten we weer in een hotel. Deze keer nemen we afscheid van Singapore. En van alle vrienden die we hier gemaakt hebben. En daar had ik dus niet over nagedacht. Stom. Want wist in Nederland nog redelijk zeker; deze mensen zien we straks weer terug. Van de vrienden hier is dat zo zeker nog niet. Wie zegt mij dat ook zij ooit terugkeren naar Nederland? Of zelfs maar dat we in hun drukke vakantieschema’s passen? Laat staan als – het kan nog steeds – we naar Houston verhuizen, aan de andere kant van de wereld?

De tijd zal het leren. En ook waar we heen gaan. Want over 3 weken vliegen we!! Dus het wordt ook wel tijd. Tussen het plannen van afscheidsfeestjes, knutselen van juffenbedankjes, opzeggen van scholen, werkvergunningen, auto’s, huis, abonnementen, lidmaatschappen, het aanvragen van offertes, inleveren van boeken, geleende spullen en andere regelzaakjes, zou het toch wel fijn zijn als we langzamerhand wisten of we warme of koude kleren in dozen moesten stoppen. Of dat we uberhaupt dozen kregen. Want dat kan pas als de offerte getekend is, en dat kan pas als de bestemming bekend is. Ik bedoel maar.

Ondertussen knaagt onze middelste van spanning al haar nagels tot moes en vraagt ze elke dag of er al een doos is waar haar spulletjes in mogen die mee moeten “op vakantie”. Of vroeg ze laatst: “ga jij eigenlijk wel met mijmee verhuizen mama?”. Je kan maar onzekerheden hebben.

Nee, het zou fijn zijn als de kogel door de kerk is. Maar het lijkt erop dat dat niet lang meer zal duren. Deze week hopen wij op een verlossend woord en kunnen we beginnen met het sorteren van spullen, inschrijven op scholen, orienteren op huizen en het opbouwen van een nieuw bestaan op een nieuwe plek. Maar eerst gaan we eens goed feest vieren. Want afscheid nemen, daar moet je toch even bij stilstaan.

Afscheid

De vader des vaderlands van Singapore is overleden. Singapore is in diepe rouw. De hele week draait er stemmige muziek op de radio en laten commercials weten wat Lee Kuan Yew de afgelopen jaren betekend heeft voor Singapore. Het volk is gaarne bereid uren in de rij te staan om hem de laatste eer te bewijzen, zelfs als het regent. Alles in “orderly fashion” natuurlijk, precies zoals het de Singaporezen betaamt. Ook al zijn de meningen over zijn beleid verdeeld, dit is toch wel indrukwekkend.

Voor wij naar Singapore vertrokken had ik mijn vooroordeel klaar. Singapore was een verstikkende stad-staat met regels en wetten die je maar beter na kunt leven, op straffe van de dood. Geen greintje vrijheid in dit land waar zelfs vrijheid van meningsuiting geen vanzelfsprekendheid is. Een beetje gespannen gingen we de douane door. Stel dat iemand drugs in onze tas verstopt heeft? Zou iemand de kauwgompies die ik vergeten was te lozen voor vertrek vinden? En wat als de kids rare streken uit zouden halen? Zero tolerance hier, dus pas maar op!

Drie jaar later bezie ik het in een ander licht. Zoals Calvin Cheng onlangs schreef in the independent is er een keerzijde aan de stringente regels en wetten. Ok, als je houdt van drugs dealen, graag mensen in elkaar slaat, je dagen vult met stelen van fietsen of te pas en te onpas kauwgom op straat spuugt, kan het wat tegenvallen in dit land. Ben je echter een brave burger die zulks niet nodig heeft voor dagelijks vertier, dan kun je hier best uit de voeten. Toegegeven, de stokslagen die volgen op spuiten van grafitti zijn niet mijn idee van vergelding, het uitdelen van een boete van 200 sgd voor “feeding the pigeons” omdat je 2-jarige kind nog niet heeft leren eten zonder sporen na te laten vind ik op zijn zachtst gezegd overdreven en ook het verliezen van rijbewijs bij 2x doorrood rijden is wat beangstigend, maar evengoed zorgt het oerwoud aan regels wel voor een groot gevoel van veiligheid en dus, zo stelt Cheng, vrijheid. Want wat voelt er nu vrijer dan rond middernacht door het park te kunnen lopen met een gevulde portemonnee in vol vertrouwen dat jou niets overkomt?

Ik heb me nog nooit een seconde onveilig gevoeld in dit land. Mijn tas kan ik gewoon laten liggen als ik naar de wc ga, ook op openbare plekken, en toen een vriendin laatst haar gloednieuwe iphone 6 had laten liggen in een dodgy buurt ver van het centrum, kreeg ze deze gewoon een dag later terug. Daar kunnen we in Nederland een puntje aan zuigen.

We zijn ondertussen zelfs zo relaxed dat het op het lakse af wordt, ontdekte ik vlak voor vetrek naar Sri Lanka. Waren we in Nederland al minstens 2x bij de SGZ langsgeweest voor reizigersadvies en vaccinaties nog voor de reis geboekt was, inmiddels ontdekken we min of meer daags voor vetrek naar dit onherbergzame oord dat sommigen van ons nog wel een prikje kunnen gebruiken. Niet iedereen had een Lee Kuan Yew in deze regio en de meeste landen ontbeert het nogal aan voedselveiligheid en degelijke gezondheidszorg. Daar moeten we dus toch wat meer zorg betrachten. Gelukkig kan ook dat ook zonder wachtlijst in Singapore, dus vers volgespoten vertrekken we maandag naar Sri Lanka om na een week de reis af te sluiten op een bounty-eiland in de Malediven.

Dat wordt nog wennen als het Singaporese avontuur straks afgelopen is. Want al weten we nog niet precies wanneer, noch waarheen, wel weten we dat de weg rond de zomervakantie niet meer zal leiden naar deze little red dot. Dus voorlopig, ook al zijn we het misschien niet met alles eens, genieten we nog even van wat Lee Kuan Yew heeft neergezet, met af en toe een uitstapje in de omgeving om ons ervan te overtuigen dat zijn beleid wel degelijk verandering teweeg heeft gebracht.

Suprise surprise

Al bij de eerste echo wist ze ons te verbazen. Nomi bleek geen 8, maar 12 weken onderweg te zijn! Meevallertje voor mama, die het niet zo heeft op zwanger zijn. Ook bij de geboorte nam ze ons bij de neus, met een valse melding waarbij we de zaterdagnacht in het ziekenhuis doorbrachten totdat ze ons na 12 uur en 3 cm toch maar weer naar huis stuurden om daar verder af te wachten. Dat duurde tot maandagnacht, waarna ze –alle smeekbeden om ruggeprikken verwerpend - in sneltreinvaart van 1,5 uur ter wereld kwam. Haar moeder zat even tegen het dak, maar dat hadden we er graag voor over.

Want wat een leuke baby was Nomi. Hele dagen kon ze zichzelf vermaken. Weer wisten we niet wat ons overkwam, want bij onze eerste baby was dat wel anders geweest. Ok, die had destijds reflux, maar wisten wij veel? Dag en nacht spugen en gillen, dachten wij, was de norm. Maar Nomi bewees dat niks van zulks waar was en bracht de hele dag zingend en lachend door.

Toen dat humeur rond anderhalf jaar omsloeg wisten we weer even niet hoe we het hadden. Van het zonnetje in huis, veranderde ze in een enorme peuterpuber met een ijzersterke wil. Als ze het er niet mee eens was (en dat was nogal eens het geval), dan zou ze dat laten weten. En hoe! Haar peuterjaren bracht ze bijtend, krabbenden gillenddoor en menig gezinslid kan dit met littekens illustreren.

We hielden dan ook ons hart vast. 25 januari zou Nomi 4 worden. De basisschool kwam in zicht. Zou het haar lukken de spanning ten goede te keren en met plezier haar schooljaren te beginnen? We vertrokken naar Nederland. Normaal gesproken een bron van uitzonderlijke stress voor haar. Maar de driftbuien leken gesmolten als sneeuw voor de zon. Onze grappenmaker was terug! Full swing pakte ze vriend en vijand in. Ook op haar feest was ze stralend middelpunt en genoot ze van alle feestelijkheden en mensen om haar heen. We waren blij verrast!

En vanochtend was het dan zover. Nomi’s eerste schooldag. We hadden niet alleen onszelf, maar ook de juf op alles voorbereid en zetten ons schrap. Maar het zal je niet verbazen: kleine meisjes worden groot. Na een rondje door de klas met Mila en Mama, pakte juf Suzanne haar over. “Zullen we samen dit spelletje doen, Nomi?”. “Nee hoor”, zei ze:

“ik kan het wel alleen!"

Vakantiewerk

Een mens kan 13 dagen zonder slaap voordat ie eerst knettergek wordt en dan dood neervalt (weetje van #wistjeniethe). Het werd dus tijd om huiswaarts te keren. Na 2 weken met gemiddeld 4 wake up calls per nacht was het stadium van knettergek in elk geval zachtjes aan bereikt. Dacht ik dat ik er zou zijn na 13 uur vliegen met 3 stuks aandachtsvreter, werd ik weer even herinnerd aan de geneugten van de peuterjetlags. Alle goede intenties van opa’s en oma’s ten spijt, slaap was er niet bij deze vakantie.

Gelukkig werden de kids overdag wel heel blij van opa’s en oma’s die uitgebreid zorgden voor vertier ende vermaeck. Even een frisse neus halen bijvoorbeeld. Want fris dat was het zeker! En dat waren deze tropenkindjes even niet meer gewend. Van 30 naar 0, dat voel je wel! Na de initiele vreugde bij het zien van sneeuw volgde de nodige protesten bij het aantrekken van maillots, wanten, mutsen en meer van zulks. “Wintertje spelen” was in het echt toch ingewikkelder dan thuis met airco aan, zo bleek. Lara vond dat ze na de romper wel klaar was en ook Nomi begon te pas en te onpas te strippen. Maillots zakken af, truien zitten niet lekker en broeken zijn al helemaal stom! Dus uit ermee!! Na voldoende dreigementen en een flinke dosis geduld waren de dames echter gehuld in een flinke laag wol die ze moest beschermen tegen de gure buitenlucht. En dat was toch wel genieten. Een wandeling door sprookjesachtig Sittard werd kranig volgehouden, zelfs in de vrieskou, en ook eendjes voeren en konijnen aaien op de kinderboerderij was leuk, ondanks de bevroren neus. Vonden de dames.

Ondergetekende hecht toch meer aan een tropisch klimaat en vroeg zich dus geregeld af of deze timing nu wel zo geweldig was. Maar het zien van familie en vrienden was hartverwarmend genoeg om de buitenlucht te compenseren.

En de rust in huize Scholtens – Singapore, gaf Wouter ondertussen de gelegenheid om zijn project af te ronden. En dat hielp; de fabriek staat! Dat betekent meer tijd om te genieten van het lekkere weer voor hem, maar ook de vraag of de zon ook wel schijnt op zijn volgende werkplek. In februari maakt Shell de keuzes bekend en in maart weten we meer. Dat wachten we rustig af. Nu eerst maar eens even bijslapen...

Veilig Verkeerd

Bijna drie jaar geleden vertrokken we naar Singapore. Vijf koffers en destijds vier man sterk wandelden we langs de beveiliging van Changi. Want veilig, dat is het hier wel. Toch?

Veiligheid blijkt een rekbaar begrip. Zo lieten wij angstvallig een hek bouwen tussen onze voordeur en het min of meer aangrenzende zwembad. Veilig als we zijn vonden wij dat dat aan alle kanten potdicht moest zijn, terwijl onze makelaar wel vond dat het laatste stukje kon worden afgeschermd met een bloempotje of wat. Na mijn uitleg dat ik toch wat onrustig werd van het feit dat ik mijn toch heus zwemdiplomaloze dochters van destijds 1 en 2 zou moeten uitleggen dat het hekje van 8000 sgd voor de sier was en dat de bloempot toch vooral moest blijven staan op straffe van verdrinkingsdood, hebben we een paaltje extra voor elkaar gebokst. Gelukkig maar, dat lukte.

Maar helaas blijkt het nog niet zo makkelijk om overal onze Hollandse nuchtere veiligheidsnorm te kunnen hanteren. De Hollandse School (HSL) wisselde recent van busmaatschappij. Zie hier onze ervaringen met GNT, die wij dagelijks grof betalen om onze kids van en naar school te vervoeren.

Dag 1 begon al goed. Een bus zonder gordels wilde de poort uitrijden. Maar niet met onze kinderen. Die heb ik er toch maar even uitgehaald. De autostoelnorm had ik al opzij gezet uit praktische overwegingen, maar een minibus in het Singaporese verkeer met mijn kinderen zonder gordel, dat leek me niet zo’n strak plan. Op mijn klacht kwam een repliek in de trant van als ik zeker wilde weten dat ze veilig op school kwamen, ik ze anders zelf maaar moest transporteren. Ik slikte hem even in...

Week 3 probeerden ze onze oudste op de verkeerde bus te zetten: de buskaart waar het busnummer op stond was van zodanig slechte kwaliteit dat hij onleesbaar was geworden en de chauffeur en attendant waren zo vaak gewisseld dat ze geen idee hadden wie ze was en waar ze naartoe moest. Volgens goed Aziatisch gebruik geef je dat natuurlijk niet toe, dus stopten ze haar maar in willekeurige bus met plek. OK...? Daar waren we bijna een dochter kwijt. Gelukkig kon onze oudste (5) zelf even uitleggen hoe het moest en kwam het goed.

Een paar weken later kwamen ze ineens 15 minuten eerder dan gewoonlijk de kinderen terugbrengen. Bij gebrek aan ouders langs de weg (die wisten van niks), werden de kids er maar gewoon uitgepleurd. Natuurlijk! Kleuters die op straat zwalken. Zonder blikken of blozen.

In week 10 – de kleine akkefietjes laat ik voor het gemak even buiten beschouwing - besloot GNT de busroute om te gooien. Onze peuter is nu 65 minuten bezig vanaf het moment van ophalen tot start van de les. "Gelukkig" zit ze nu ook weer niet zo lang in de bus.Nee: De helft van de tijd zit ze te wachten,naast het parkeerterrein waar alle bussen aankomen en vertrekken. Gewoon, tot er iemand komt die op ze kan letten. Want op ze letten,dat deden ze voorheen niet. Toen werden ze gewoon zonder toezicht op het schoolplein gedumpt. Tot ondergetekende vorige week haar beklag deed. Maar ik weet niet wat ik erger vind...

Deze verhalen staan niet op zich.Nagenoeg alle gebruikers van GNT hebben vergelijkbare ervaringen. GNT weet het, de school weet het. En toch gebeurt er NIETS.

Ik sta versteld dat een school als de HSL dit accepteert en het oogluikend toestaat door geen maatregelen te treffen.Maar ikheb het opgegeven. Ik breng ze nu zelf weer naar school. Lekker hollands op de fiets gaat helaas niet en de taxi komt hier ’s ochtends ook meestalniet meteen, dus ze komen dan wel wat later op school. Niet zo fijn voor de juf en ook niet voor de kids zelf, maar veilig is het in elk geval wel.