Door een roze bril

Ode aan de roze hartjesonderbroek

Ik herinner het me nog goed. Toen onze oudste geboren werd, koos ik bewust voor een niet-roze kinderkamer. Iedereen die mij een beetje kent, snapt dat dit op zijn zachtst gezegd opvallend is. Hoewel namelijk roze al jaren mijn lievelingskleur is en manlief zich daar al lang bij neergelegd heeft, beschouwde ik deze “meisjesachtige” kleur als uncool en “voor baby’s”. Kijk maar in de bladen; elke designexpert geeft mij gelijk: roze is niet hip. En hoewel het een babykamer betrof, voor een meisje, was ik nog niet klaar voor de status uncool.

Deze trend is breder dan alleen de kinderkamer. Een echte hipster kleedt zijn dochter liefst niet in popperige jurkjes, een stoere outfit valt beter in de smaak. Natuurlijk - geen verhaal is leuk als je niet overdrijft – zijn er uitzonderingen op de regel, maar kijk maar eens om je heen. De trend is “stoer”. Gedurende ons buitenlandavontuur echter, dartelden onze meiden vrolijk dagenlang rond in zo wijd mogelijk draaiende roze jurkjes, met roze strikjes in hun – je raadt het al: – roze kamers. Deze spijtoptant was verantwoordelijk voor de kamerkleuren, maar reken maar dat ook de meiden daar dik tevreden mee waren. En niemand keek er raar van op.

Weer terug in Nederland wanen onze kids zich in een ware identiteitscrisis. Niet alleen onze modegevoelige oudste wil haar kop niet boven het maaiveld en vraagt of mama wat stoerdere kleren wil kopen, maar ook de middelste wil tegenwoordig uren voor haar kast staan en durft niets meer aan te trekken. Dat schooluniform was ineens zo gek nog niet! Aangezien we in de ochtend geen uren de tijd hebben om de meiden hun fashion statements te laten maken, was enige reflectie op dit fenomeen geboden.

We observeren zo, na 5 jaar eruit, enige bijzonderheden in onze cultuur die me voorheen minder opvielen. Kleding blijkt namelijk niet alleen een kwestie van smaak (reken maar dat ze diep in hun hart nog het liefst in hun roze glitterjurkjes liepen), maar ook cultuur. Genderneutraal, pitchte de HEMA afgelopen maand. En hoewel er in mijn ogen niets mis is met vrije keuze, was een deel van ons gezin toch teleurgesteld dat daarmee ietwat op de roze hartjesonderbroeken neergekeken leek te worden. Hoewel we het genderneutraal noemen, zie ik het namelijk nog niet gebeuren dat daarmee de jongens bij hun volgende bezoek een roze rokje uit het rek trekken. Wel zie je vaker dat meisjes zich stoerder, en ik durf het toch hardop te schrijven; “jongensachtiger” kleden. En ik vraag me af of we daarmee ons doel niet voorbij gestreefd zijn.

Echt hoor, meisjes zouden alles moeten mogen dat jongens ook mogen. Maar met de nadruk op mógen, niet móeten. Dus prima als een meisje dan in spijkerbroek met dinotrui een parcours met autootjes aflegt, maar echt niet per se gaver dan de kleuter die het liefst hele dagen my little pony haar kamt, met lippenstift op en hakschoentjes aan. Maar, op het gevaar af dat de wereld straks over me heen valt; ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat “jongensachtige”, stoere, coole dingen, betere street cred hebben dan “meisjesachtige”, lieflijke, schattige dingen.

Zo kreeg Bart Smit klachten toen ze de stofzuigerpagina met meisjes georneerd hadden en spreekt de wereld er schande van dat er niet meer boeken zijn met stoere meisjeshelden, maar hoor ik niemand klagen als er een jongen met een trein wordt afgebeeld, noch is er veel vraag naar literatuur met metromankleuters. In de klas van onze jongste zijn volop auto’s, treinen en constructiematerialen aanwezig, maar van poppen of roze verkleedjurken is geen spoor te bekennen. Ook werd onze middelste toegejuicht toen ze in haar spidermanpak door de peuterzaal racete, maar keek men toch raar op toen haar klasgenootje, een jongetje, liefst dagelijks in prinsessenjurk op school verscheen. Welke sluimerende boodschap geven we hier eigenlijk mee? En werken we daarmee niet onbedoeld een negatieve connotatie van vrouwelijkheid in de hand?

Eind 19e eeuw was een witte jurk de trend voor kinderen. Ook jongens. In 1918 veranderde dat en werd roze de kleur voor jongens en blauw voor meisjes. Na WOII draaide dat weer om. Tijden veranderen. Nog steeds. Dus mogelijk gaan we opnieuw kleur bekennen. Op zich niets mis mee. Maar toch een overweging waard; Is het echt vrije keuze, of sturen wĂ­j aan op een nieuw paradigma? En welke boodschap geven we al dan niet onbewust mee?

Hoe het ook zij, wij reintegreren in elk geval goed. De eerste kleren van stoerder kaliber hangen in de kast. Maar stiekem, onder die goed aangepaste buitenkant, zit nog steeds die roze hartjesonderbroek. Lekker meisjesachtig. En meisjes zijn cool. En schattig. En lief. Niks mis mee.

Happy New Year!

The room is filled with excitement. A birthday vibe buzzes through the living room of our temporary apartment. Nomi turned six, and she’s telling everyone she meets, just in case. And today, for the first time she can remember, she will finally have almost her entire family gathered to celebrate this special event with her. She couldn’t be happier!

Mummy on the other hand, got slightly stressed. A delayed container was the cause of this. Not only did we have to move the party from our new home (where it was originally planned), to our small-ish apartment in The Hague city center. Also, this kind of ruined her plans of making her middle one the most stunning castle cake you’d ever seen. So, when it became clear the move would not happen as planned, I had a little chat with our middle one, you know, just to manage expectations. I told her we might have to get a store bought cake for her this year. Her eyes turned a little sad, but all she said was: “I understand, mummy, I’m sure that will taste good too”. So, we started looking at the most delicious cakes online and although the chocolate ones seemed appealing to her, her face turned grimmer by the minute. I asked her if she was ok and she said: ”yes mummy, I really understand you cannot do this, but I really like your cakes and was sooo looking forward to my princess cake. But I guess I can wait until next year”.




There was a little pang when she broke my heart there. So furniture or not, I decided to at least give it a try. No castle, that would’ve really been pushing it, but I produced the largest cake our tiny microwave combination was capable off and decorated it with whatever cake stuff I brought in the air freight. A Cinderella carriage Belle style was the result and the look on her little face said it all.

So now we’re in anticipation of the guests. For the first time not celebrating it by the pool, but in good company of our family. And to make up for our losses, the neighborhood committee decided to throw Nomi a Chinese New Year’s festival, so I’m typing this while listening to various chimes of Gong Xi Fa Cai music. If we turn up the heating a little, it almost feels like being back “home” in Singapore. And good news, we received word that our container got the “all clear” from customs, so hopefully we can start building our "new home" in Rijswijk next week!

But wherever we’ll be, we’re wishing all of you, and especially Nomi, a prosperous new year! Gong Xi Fa Cai

Moving on

A wise woman once told me: “the body may travel by plane, your mind goes by camel”. This might explain why, when asked whether we’re all settled in nicely yet, I kind of feel the giggles coming up and reply we haven’t even started! One reason for this might also be that although we travelled by plane, our stuff went by boat, taking a whopping 4-6 weeks to arrive in the Netherlands. Meaning we’re still in temporary housing, living out of the 5 suitcases we brought, working out our new routines, which in two weeks time will change again, after we move to our more permanent housing.

But let’s not get all gloomy. About three weeks ago we left Houston and since then, after a very heartwarming welcome of family and friends, we’ve managed to start work, find a house, buy a car, book two cake orders and get the kids to school. Although, in all fairness, only 2 out of 6 days, school was actually attended by all three of them.
After all, we’ve been missing out on a lot of viruses while being away, so everyone is trying their best to catch up. On all of them. Perpetually. This caused us to work out some intricate logistics, as the wage earner was to meet his boss for the first time, the new house needed a handover, airfreight was to be collected, kids were to attend the first day of school, and this all happened on the same day, while one of them was ill.

To add to injury, the movers broke my bike upon delivery, the one means of transportation that was to be our savior after discovering our temporary housing was admittedly nicely located in The Hague city center, but parking costs a freaking 30 euro’s a day. So, stingy reintegrating Dutchies as we are, we decided to take the kids to school by tram to Rijswijk city (10 mns) where I could transfer to my beloved bike to drive the kids to their schools (another 5-15 mns). This was clearly not entirely the most relaxed way of moving the kids around, but the broken bike kind of really messed things up. Luckily – this is Holland after all – there were at least three bike shops between tram and school, so it’s fixed now and as soon as all fevers will have subsided, we’re good to go!

The girls really enjoyed their first days in school. Nomi was hooked right away (she found out teachers do not immediately object when you sit on the table or shout top of your lungs), Mila seems to be a bit more reserved while making up her mind who is to be her new best friend, and Lara – although slightly upset she was not permitted to play in the sandpit all day – was the happy little camper she always is.

We hope that in one or two weeks time our container will be cleared by customs, so we’ll be able to celebrate Nomi’s 6th birthday in our new home, a lovely traditional “jaren ‘30” house in the old town of Rijswijk, 5-15 minutes to the girls’ schools by bike. Even though I still hate the dark, cold, wet windy weather our home country treats us to, I really love walking around in this area with cosy corners and beautiful buildings. And granted; I’m slightly worried our massive Chrysler –still waiting to be transported from the US – might not nearly fit the narrow streets and tiny parking spots, we’re still very happy to have found this place. So let’s hope our camels run fast and let’s get the move on!

Open

De wegen zijn weer open! Na bijna vier weken soort van afgesloten te zijn geweest van de buitenwereld, kunnen we eindelijk weer over de weg die ons naar de snelweg voert. En naar Wouter’s werk. En naar Lara’s school.

Ik had een hoop beelden van Texas in mijn hoofd toen we hier kwamen. Woestijnen. Bloedhitte. Grote onherbergzame prairies, met stoere cowboys, druk bezig enorme stieren te vangen, als ze niet op elkaar aan het schieten waren. Met grote trucks en bumpersticker, over guns en Trump enzo. Dat las je in Nederland namelijk allemaal in de krant. Van allerlei beelden had ik. Maar in geen van deze regende het. Onophoudelijk. Op maandag 18 april viel er in Houston, Texas, evenveel regen als er in Nederland valt in 6 maanden. En – dat hebben we wederom gemerkt vorige week – dan had Nederland ook al niet bepaald de reputatie zonnig te zijn.

Gek he. Dat je er soms zo naast kan zitten? Dat je beeld van iets zĂł sterk is, dat je bijna niet kan geloven dat je ernaast zit. Toch is het zo. Na 8 maanden Texas heb ik nog geen gun gezien. In de winter was het hier gewoon bloody cold en hoewel we wedstrijdjes doen wie er de meeste ziet, is het merendeel van de cowboys die de kinderen aanwijzen, gewoon iemand met een herenhoed of toeristenpet.

Maar goed, terug naar het weer. Dat had nogal impact, want bijna moesten we onze vlucht omboeken naar een cruise. We gingen naar Nederland! Op 30 april 2016 gaf bestie Jacq het jawoord aan haar Piet en omdat we zelfs na 4 jaar lange-afstands-relatie elkaar nog steeds aardig vinden, mocht ik daarvoor tekenen op de akte. Een hele eer. Het was een fantastische dag en het feit dat ook daar het Nederlandse klimaat zich niet helemaal van zijn beste kant liet zien, mocht de pret niet drukken.

Wel schrok ik een beetje van het politíeke klimaat in Nederland. Of eigenlijk de wijze waarop daarover gerapporteerd wordt. Maken jullie je druk over Trump (wij ook een beetje), die Wilders is geen haar beter -en dan refereer ik niet alleen naar de coupe. Maar niet alleen hij. In het vliegtuig al de eerste krant: Een zeer ongenuanceerd artikel over het verloederen van het onderwijs vanwege de grote instroom van vluchtelingen. Voorpaginanieuws. Dat het godgeklaagd was dat de docent een beetje rekening moest gaan houden met al die verschillende achtergronden en taalachterstanden. En dan nieteens zozeer de inhoud, maar de tóón waarop het geschreven was... Ok, dat was De Telegraaf, misschien niet het beste referentiekader. Maar ook NRC schrijft over vluchtelingen. Ik parafraseer: ze integreren slecht, hebben gedragsstoornissen, werken niet, haten westerlingen, ze zorgen voor een onveilig gevoel, ze blijven maar komen en Jan Modaal moet de klappen opvangen. Wederom, niet voor de poes.

Ik snap echt wel dat er een ontzettende piek is geweest in de instroom van vluchtelingen en dat men zich daar zorgen over maakt, maar door de berichtgeving lijkt de toon gezet:Vluchtelingen kosten Duitsland 93 miljard euro”, “Boze brief inwoners Idomeni over diefstal en vandalisme”, “Vluchtelingen blijven komen”, waren deze week vette koppen in het nieuws. Waarschijnlijk allemaal waar.

Maar wat ik er niet zag, (en wel in de IND rapporten), is dat het aantal vluchtelingen deze maand al meer dan gehalveerd is ten opzichte van januari en is gereduceerd tot minder dan een tiende van oktober vorig jaar. Ook niet onbelangrijk, toch, als nieuws? Waarmee ik niet wil zeggen dat er geen probleem is, maar wel dat je kunt kiezen welke informatie je uitlicht. Maar kennelijk verkoopt je krant beter als je paniek zaait.

Hoewel ik niet mijn hele hebben en houden heb hoeven achterlaten in Nederland, kun je me zeker een migrant noemen. Een gelukszoeker zelfs, zou je kunnen zeggen. Dus misschien heb ik geen recht van spreken als ik zeg dat ik dat niet eens per se iets verwerpelijks vind. Maar ik schrok wel echt van de gekleurde berichtgeving. En ik dacht even aan mijn eigen bloedjes. Wat ben ik blij dat ze hier het onderwijs met liefde afstemmen op onze dochters’ taalachterstanden en leerniveaus. En ik snap NRC als het schrijft dat migranten het moeilijk hebben met hun identiteit. Ikzelf raak namelijk ook altijd wat in de war als we weer in Nederland zijn geweest en weer teruggaan naar “huis”. Bovendien sta ik zeer beslist met liefde vooraan als Sinterklaas in Houston arriveert en als we volgend jaar Koningsdag meemaken hier, moet je eens zien hoe gauw ik oranje kleur! Maar of ze me daar nou voor aan de grens moeten gaan weigeren?

Nu kan ik het natuurlijk compleet mis hebben, want we zijn al een tijdje weg, dus ik weet niet hoeveel vluchtelingen er lukraak op straat rondzwerven in jullie buurten en de boel dagelijks verpesten voor iedereen, maar ik hoop dat de media het Ă©cht naar waarheid, objectief, neutraal en genuanceerd beschrijven. Want ze plaatsen beelden in de hoofden van mensen. En beelden, kunnen hardnekkig blijven hangen. Mijn beeld over Texas is veranderd. Maar dat moest ik wel eerst even meemaken. Laten we hopen dat dat met deze kwestie niet nodig zal zijn.

Nou ja, gelukkig zijn hier in elk geval de wegen weer open.

Goed op weg

We hebben bijna kwartet! Rijbewijs #3 is in the pocket! Dat ging niet helemaal zonder slag of stoot, want ik dacht op zich best te kunnen rijden, maar hier in de US dachten ze daar toch wat anders over. En kwamen we in Singapore nog weg met een jaartje freewheelen voordat een lokaal rijbewijs verplicht was, hier heb je maar 3 maanden de tijd. Dus haast was geboden, want zonder auto kom je hier nergens. De doorsnee expatvrouw brengt gemiddeld 3 uur per dag in een auto door. Dus niks achteroveleunen, aan de bak! Ze nemen hier geen genoegen met een schriftelijke theorielessen -overigens voorzien van heel gewichtige informatie zoals: “If another driver aggravates you, do not make obscene gestures” - maar hier in Texas moet je ook nog even een praktijkexamentje afleggen.

Ik gebruik bewust een verkleinwoord, want je rijdt hier precies 1 blokje rond de lokale CBR, moet file parkeren (god knows why, want dat hoef je hier dus nergens) en dan krijg je je rijbewijs. Min of meer kado, zo ging het gerucht. Wie dacht dat dit madurodamtraject alleen gold voor mensen die al beschikken over een internationaal rijbewijs, zit ernaast. Ook de plaatselijke pubers worden aan dit parcours onderworpen alvorens de weg te mogen misbruiken. Les nemen vooraf is niet verplicht als je ouder dan 18 bent. Ze delen ze nog net niet gratis uit bij de Big Mac zou je kunnen zeggen. Dit geheel van examineren verklaart op zich wel dat er elke ochtend dikke files staan. In de afgelopen maanden zijn we getuige geweest van menig auto-ongeluk en de daaruit voortvloeiende files. Zo vaak zelfs dat je er bijna obscene gestures van zou gaan maken. Maar goed dat wij hebben opgelet, want dat mag natuurlijk niet.

Maar goed, het examen moest dus wel even afgelegd worden. Dus dat gingen we doen. Toch wel nerveus (examen = examen en Ylva = Ylva) vertelde ik de examinator lachend dat ik zat te trillen als een puber terwijl ik nota bene al 10 jaar een rijbewijs had. De dame in kwestie was not amused. Noch gaf ze antwoord op wat ik ook tegen haar zei de verdere rit, heel gezellig en goed voor de gemoedsrust allemaal.

En zo gingen we. Na een desastreuze inparkeerpoging (ooit was ik daar echt goed in, heus) dacht ik, nog 5 minuten, dan is het over. Voor mij reed een auto 30 MPH op een weg waar je 45 MPH mocht. In mijn herinnering hoorde ik mijn rijinstructeur: niet tuttebellen, probeer zo dicht mogelijk tegen de limiet te rijden. Dus ik, netjes kijken, baantje opschuiven, inhalen, netjes kijken, terug. FOUT! De opmerking in de nabespreking was “you may have a license for over 10 years, but you NEVER EVER overtake on your exam”. De afwijzing was zo ongeveer iets van “you drive rather well except for the parking, but I’m going to fail you on speeding”. Wie ooit bij mij in de auto heeft gezeten, ziet de humor van deze opmerking wel in, denk ik.

Twee maanden later mocht ik het nog eens proberen. Op weg naar het CBR brak de hel los op de weg en zorgde hevige stortregenvoor uit elkaar vallende auto’s. Vlak voor de mijne. Die brokstukken schepte en langs de kant kwam te staan. Net als vier andere auto’s, die er slechter aan toe waren. Na het verwijden van de brokstukken kon ik weer verder.

Eerst even diep ademhalen. Niet goed voor de zenuwen. Wel geslaagd. Pffffff

Gekleurde kerst

Nou, die witte kerst kunnen we afvinken. Hij was wel ietsie witter dan gehoopt, zo bleek toen we probeerden terug te komen vanuit Santa Fe naar houston. Na een uurtje rijden richting zuid-oost kregen we het steeds benauwder. Wegen bezaaid met sneeuw, onherbergzame routes, zonder teken van leven en geen bereik, dus geen communicatie mogelijk in geval van nood. Toen het steeds harder begon te sneeuwen hebben we dus maar rechtsomkeerd gemaakt en de vakantie een dagje verlengd.

Dat bleek een goed besluit. De weg verderop was al al afgesloten en zou dat nog wel even blijven, bleek later. Een sneeuwstorm met de naam Goliath hield huis in Texas, dus ons plannetje om door onze nieuwe staat te toeren en onze kids de beloofde cowboys te laten zien strandde nog voor we de I-40 bereikten. Maar, niet getreurd! De dames kregen een andere bonus. De road trip werd verlengd met 4 uur door een omweg langs El Paso te maken. In 2 dagen brachten we zo'n 17 uur door in onze feestbus. En dat was natuurlijk boffen!

Echt even een andere ervaring dan voorgaande jaren waarin we bij 30 graden kerstdiner bij de BBQ pit hadden. Dit jaar weer ouderwets bij het haardvuur met sneeuw buiten. Toch wel meer kerstgevoel, vonden we zelf. Alleen bleken we nog niet helemaal goed geintegreerd, merkten we aan het ontbijt van eerste kerstdag. Wouter was al vroeg met Mila naar de piste vertrokken, maar moeders mocht nog een dagje kids vermaken in de hotellobby (dat laatste had iets te maken met weigerachtige kleuter in de sneeuw, gebrek aan sleetje-rij-mogelijkheden of ander vertier buitenshuis, waardoor een deel van het gezelschap de wintersportvakantie toch nog best warmpjes doorbracht). Maar goed, in de rij voor het ontbijtbuffet werd de betreffende koters gevraagd of Santa nog langs geweest was. Glazig werden de mensen aangestaard. Santa? Na mijn uitleg dat wij Hollanders een andere sint hadden, die de kadootjes reeds lang geleden verzorgd had en dat deze had afgesproken met de Amerikaanse tegenhanger in rood kostuum dat ze dan niet dubbel langs zouden komen, spraken blikken boekdelen. Wat een rotmoeder! Geen kerstman! Pffff! Gelukkig ging dit een beetje langs de kinderen heen en vonden die het allemaal best geinig, een hele dag hotellobby. Santa of geen Santa. En zelfs die terugreis van 17 uur werd best wel een feestje. Onze partybus beschikt over full pull entertainment system en toen moeders voor de terugreis ook nog de nieuwe minions erin drukte bleek ze toch nog niet zo’n onmens als die Amerikanen wel dachten.

Thuis verwelkomden ons de kleurig versierde tuinen van buren, elk uitgerust met hysterische kerstverlichting en ook de tuin van de Scholtensjes doet voorzichtig aan mee. En dat was dan ook wel weer gezellig. Nee, ik ben eruit hoor, doe mij volgend jaar maar fijn een gekleurde kerst!

Bekrompen

“Mama, is dit een “F-woord”?” Op de achterbank steekt een klein blond meisje haar wijsvinger in de lucht. “Nee schat, met die mag je rustig zwaaien, maar met die ernaast, dat is niet zo netjes”. “Ok mama, niet schrikken, ik doe het alleen maar even voor, ik meen het niet echt, okee?” en heel voorzichtig gaat daar DE vinger omhoog “die?” vraagt ze zachtjes. Heel aandoenlijk vult haar zus het repertoire aan: “mama, wist je dat ik laatst iemand potverdikkeme hoorde zeggen?” geschokt kijken twee reebruine ogen me aan. Rustig leg ik uit dat we ook daar wel mee kunnen leven, maar dat we meer moeite hebben met het daarop in haar ogen zeer gelijkende godverdomme.

Ik herinner me een gesprek met vriendin J, ongeveer een jaar geleden. De dames zaten volop in de “poepie-fase” en ik vroeg hoe dat bij haar verlopen was. Gewoon afwachten luidde het advies, het gaat vanzelf over. Opgelucht haalde ik adem, tot ze vervolgde met: “en dan begint het pas echt”.

LINDA wijdde laatst een artikel aan een 14-jarig meisje dat in een overhoring volgend op het hoofdstuk seksuele voorlichting gevraagd werd zinnen aan te vullen*. De vraag was kort samengevat: “what would you say if your boyfriend would ask you to make love without a condom?” en de antwoorden varieerden in verschillende gradaties van grofheid met de strekking “I’d tell him to go f*ck himself”. Hoewel ik de inhoud van haar boodschap lovenswaardig vind, kan ik me voorstellen dat de leraar in kwestie een wenkbrauw optrok bij haar formulering. Zo kwam het dat het meisje geschorst werd.
Van de teksten van het meisje viel ik nog niet echt van mijn stoel, 14 is ook een lastige leeftijd, wel moest ik even knipperen toen ik de reacties van facebookend Nederland las. Belachelijk vond men dat daar wat van gezegd werd. Briljante antwoorden, geniaal! Massaal gaf men aan te hopen dat hun dochters dezelfde teksten zouden uiten als het erop aankwam. “schorsen? Zeker weer in dat bekrompen Amerika” sneerde iemand openlijk en ik durf te wedden dat ze gelijk had.

Laten we eerlijk zijn. Ik ben niet Roomser dan de paus en heb –zeker in mijn puberteit – mijn uiterste best gedaan de grenzen van grofheid op te zoeken, maar ik geloof toch dat ik lichtelijk ouderwetsch dreig te worden. Ik hoop ten zeerste dat mijn dochters tzt jongemannen met snode plannen de deur zullen wijzen – bij voorkeur is dat overigens niet al op hun 14e nodig, maar dat terzijde. Als ze dat doen mogen ze van mij ook precies zo grof uit de hoek komen als nodig is, echt. Maar op een proefwerk, seriously? Vinden we dat echt gewoon normaal? Nee wat zeg ik, vinden we dat prijzenswaardig? Echt?

Ik weet het niet hoor. De tijd zal het leren. Mogelijk herzie ik mijn mening in de toekomst als ik ooit weer met de tijd meega. Maar tot het zover is, geniet ik nog even van het schattige schouwspel op de achterbank. Hier in bekrompen Amerika. Met mijn kop in het Texaanse zand. Diep.

*http://www.lindanieuws.nl/snacks/meisje-14-geeft-briljant-antwoord-op-vragen-seksuele-voorlichting/

Wildlife op Wisteria Lane

Wie net als ik stiekem ‘s avonds de soaps langszappt had het al begrepen: we zijn nog een stapje dichterbij de desperate housewife gekomen. Nam ik in Singapore al afstand van de status “werkende vrouw”, sinds vorige week hebben we onze intrek genomen aan een laan die verdacht veel weg heeft van de befaamde Wisteria Lane. Nou ja, minus de serpenten die daar woonden dan.

Hoewel, bij aankomst in onze nieuwe villa troffen we als welkomstcomite een dode slang op de inbouwbarbeque. Die was daar maar vast gaan liggen als voorgerechtje vermoeden we. Minder prettig nog was dat we een week later zijn –nog levende - moeder baantjes zagen trekken in ons gloedjenieuwe zwembad. Gelukkig is Wouter heel heldhaftig en heeft hij dit serpent verwijderd uit het water en met een boog terug in de Bayou gemikt, maar enige voorzichtigheid lijkt toch wel geboden op ons nieuwe adres.

Fietsend naar de meren waar onze nieuwe expatenclave de naam lakes on eldridge aan ontleent, schudden we handjes met enkele vanonze nieuwe buren. Heel vriendelijke mensen, die hun tuinen momenteel orneren met heksen, spoken en andere attributen die onze jongste doen sidderen van angst. Na het slangendebakel vroegen we toch maar eens na of deze exemplaren in onze tuin tot de orde van de dag behoorden en of wij ons daaromtrent zorgen moesten maken. Dat werkte buurvrouw Beth wat op de lachspieren. “Fire ants, now there’s a problem!” Maar gevaarlijke slangen, die had ze hier toch nog niet langs zien komen in al die jaren dat ze er woont. Na een rondleiding door haar tuin voorzien van metershoge nepsinnen (“spannend mama”), kregen we nog wat peuterhalloweendecoraties van het soort schattige heks en knuffel-zwarte-kat mee en konden we door naar de volgende attractie van ons park: de eendjes!

Na jaren van ontbering, hebben we namelijk eindelijk weer eens eendjes in nabijheid van ons huis. En onze dochters zijn er dol op. Met name het voeren ervan blijft publiekstrekker nummer 1. Heerlijk dus dat we niet alleen de oerhollandse fiets weer eens ouderwets uit de schuur kunnen halen, maar ook nog eens eendjes kunnen voeren. Wat een genot! Dachten wij. De eendjes in kwestie dachten daar anders over. Bij het werpen van de eerste hand, sprongen de eendjes luid snaterend het water in. Nou doen ze dat in Nederland op zich ook, alleen komen ze dan meestal op je af zwemmen, in plaats van zo ver mogelijk bij je vandaan. Rare vogels die eenden. Kennelijk hadden ze zoiets geks nog nooit meegemaakt. Het mocht de pret niet drukken. Voor Lara was het nog steeds het hoogtepunt van de dag. Smijten met broodjes is ook best prima als niemand dat vervolgens opeet, zo blijkt.

Op de terugweg werd weer hevig gebibberd bij de aanblik van alle spoken, heksen en spinnen. Maar toen we een dag later in onze brievenbus een pakketje papier vonden met daarop welcome to our street, it was so nice to meet you, met vervolgens een lijst van alle giftige slangen en spinnen die volgens de overlevering wonen in omgeving van onze stad, met onder alle soorten de tekst: “note from Beth: never seen one of those”, konden we toch weer met een gerust hart slapen. Nee, het is zo gek nog niet, hier in Wisteria Lane.